Met deze bijval en de ervaren urgentie voor de Wegiz, was het logisch dat de wet unaniem werd aangenomen tijdens de stemming in de Tweede Kamer op 27 september. De Wegiz heeft tot doel om tot maximaal interoperabele gegevensuitwisseling te komen en streeft daarmee ook vermindering van administratieve lasten en voorkomen van medische fouten na.
Doordat onder meer het amendement van Van den Berg en Paulusma over de uitwisseling met een PGO werd aangenomen, zal ook dit aspect een plaats krijgen in de Wegiz.
Er werd tijdens het debat ook uitgebreid gediscussieerd over Opt-in en Opt-out principes rondom toestemming. Uiteindelijk is enkel de Motie van Van den Hil en Tielen over de wettelijke verankering van een opt-out voor de spoedeisende zorg door de Kamer aangenomen. Dit betekent dat in de spoedzorg gegevens mogen worden uitgewisseld, tenzij de patiënt nadrukkelijk heeft aangegeven daar geen toestemming voor te verlenen.
Uiteraard was er ook veel aandacht voor de op handen zijnde Europese wetgeving rondom medische data, de EHDS (European Health Data Space) en dan met name het aspect van secundair gebruik van data (gebruik van data buiten het primaire zorgproces). Echter dat valt buiten het bestek van de Wegiz.
De Wegiz regelt namelijk hoé zorgverleners gegevens uitwisselen – dat is: verplicht elektronisch – en volgens welke afspraken, maar niet óf en wat er moet worden uitgewisseld. Daar zijn andere wetten voor die de grondslagen voor uitwisseling bepalen (bijvoorbeeld WGBO, Wabpvz). De Wegiz is daarmee een kaderwet, die met twee sporen regelt hoe er moet worden uitgewisseld, namelijk: digitaal (spoor 1) of digitaal volgens bepaalde standaarden (spoor 2). Vervolgens worden de verschillende gegevensuitwisselingen verder uitgewerkt in AMvB’s (Algemene Maatregelen van Bestuur), waarin zo mogelijk wordt verwezen naar normen en kwaliteitsstandaarden voor verdere inhoudelijke invulling.
Terecht was er in het debat ook veel aandacht en zorg voor het traject van het opstellen van normen (er zijn zorgen over de snelheid van dit proces) en implementatie en uitvoerbaarheid van de wet. Belangrijk aspect hierin is security in relatie tot de Europese NIS2-richtlijnen (Europese Directive voor Network and Information Systems). Een motie om daar haast mee te maken, is eveneens aangenomen door de Tweede Kamer. Daarnaast is het amendement van Hijink en Van den Berg over end-to-end encryptie aangenomen, wat tot behoorlijke uitdagingen bij de implementatie kan gaan leiden. “Dit levert technische en praktische problemen op die de kwaliteit van zorg niet ten goede komen en in potentie tot gevaarlijke situaties kan leiden” aldus minister Kuipers in zijn reactie.
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel voor de Wegiz inmiddels unaniem aangenomen. Een belangrijke en mooie mijlpaal. Om het met de woorden van minister Kuipers te zeggen: ‘…Op naar meer digitale verbondenheid in de zorg!’
Verandert dit het zorgveld nu meteen? Dat nog niet direct. Allereerst moet de wet nog door de Eerste Kamer worden geloodst. En ervaring uit het verleden leert dat dat niet altijd vanzelfsprekend is. Daarnaast moeten de AMvB’s verder worden voorbereid en uitgewerkt. Hiervoor is de Meerjarenagenda Wegiz opgesteld, waarin als eerste de 4 prioritaire processen zijn benoemd:
- Overdracht Basisgegevensset Zorg tussen MSZ-instellingen;
- Uitwisseling van beeld en verslag tussen MSZ-instellingen;
- Verpleegkundige overdracht en
- Medicatieoverdracht (Digitaal voorschrijven en ter hand stellen).
Naar verwachting zal de eerste AMvB over Medicatieoverdracht in 2023 in werking treden, de anderen volgen vanaf 2024.
Wij volgen de ontwikkelingen op de voet. Eind april dit jaar spraken we met zorgbestuurders en vertegenwoordigers van koepelorganisaties tijdens een rondetafel sessie over de Wegiz in relatie tot kwaliteit van zorg en over implementatie in de praktijk (via deze link kunt u die terugkijken). Begin volgend jaar gaan we graag verder het gesprek aan over de praktische realisatie. We zetten graag samen met u de schouders onder meer digitale verbondenheid in de zorg.